15- Onbeschrijfelijke ervaringen. - Reisverslag uit Hội An Thượng, Vietnam van VietFam - WaarBenJij.nu 15- Onbeschrijfelijke ervaringen. - Reisverslag uit Hội An Thượng, Vietnam van VietFam - WaarBenJij.nu

15- Onbeschrijfelijke ervaringen.

Blijf op de hoogte en volg

31 Januari 2020 | Vietnam, Hội An Thượng

15- maandag 28/1/2020

Het is weer even wennen al is het alleen al omdat ik alleen met Cees op een kamer lig. In een vijfpersoonsbed.
Heerlijk geslapen. Zonder gesnurk en nachtelijk bezoek van de portier. Dat was in la Riviera toen we de nachtlampjes niet uitkregen. Als het donker is geeft het kleinste lichtje storing zodat je absoluut niet in slaap kunt komen. Bas lag in een eenpersoons bed waar het kleine lichtje precies op zijn gezicht scheen. De portier, die ik om middernacht om hulp vroeg, ging heel nerveus met het lampje van zijn telefoon op zoek ging naar de knopjes. Steeds naar Cees kijkend die achter het witte voile gordijn lag te knorren. Dat was vast de reden dat hij de lichtknopjes niet kon vinden. Bas heeft het toen opgelost door de lampjes los te draaien na vier elektrische schokken! Hij heeft er niets aan overgehouden. Althans...
Het ontbijt is iets anders dan gisteren. Wat was dat lekker. De lekkerste pannenkoekjes in Cambodja. Vandaag fruit, ook lekker.
Het Koninklijk paleis is een en al pracht en praal. De vrijgezelle koning (68) is vandaag thuis maar kan ons niet persoonlijk ontvangen. Flauw grapje van onze gids, John. Bij binnenkomst zijn onze knieën niet goed genoeg bedekt. De mannen hebben een langer sportbroekje aangetrokken maar Esther en ik moeten een doek om die we nog snel bij ons hebben gestoken. Als we buiten het gezichtsveld van de controle zijn mag het weer af. Wat een bizarre komedie. We hebben allemaal moeite met de grote tegenstelling van deze luxe, en het gebrek eraan buiten de poorten. Het is er heel druk. Veel Chinezen lopen in de rondte. Met het lawaai wat erbij hoort. Slurpen, boeren en scheten latend. Het coronavirus in ons achterhoofd lopen we alles snel voorbij. Tot we in de ruimte komen waar de draagstoelen van de koning staan. Echt goud is wat er blinkt. Als je zou zeggen dat het koper is geloof ik het ook. Mijn oog valt op een wit bolletje tussen beelden gedrukt. Opeens zie ik dat het een bol gepelde knoflook is. Volgens John is het een religieus gebruik dat helpt tegen virussen..
In de auto waar de airco hoog staat horen we van John, dat we op wegzijn naar S21. Op internet heb ik een stuk gevonden en gekopieerd wat wij vandaag gezien hebben. Daarin wordt precies verteld wat John ons verteld.
Het is niet onder woorden te brengen in deze blog.
Het bezoek aan de voormalige school die gebruikt is als gevangenis waar de gruwelijkste martelmethoden werden toegepast staat midden tussen de huizen van Phnompemn. Het kwam behoorlijk onverwacht na het lichte Koninklijk paleis toen uit de auto stapten en het schoolcomplex binnenliepen. Ondanks de korte vertelling van John kwam het toch plotseling toen we werden geconfronteerd met het wrede regiem van PolPot.
Wij krijgen alles te horen van John toch wil Esther graag gebruik maken van de audio (Nederlands) omdat ze last heeft van het gesproken Engels met een Cambodjaanse tongval.

Slechts zeven gevangenen hebben de gruwelijkheden overleefd, door hun professie zoals schilder, fotograaf
Een aantal zijn hier aanwezig. Je kunt vragen stellen. Nooit gedacht dat we oog in oog zouden kunnen staan met een overlevende.
Norng Chan Pal staat onder een boom achter een stapel boekjes. Hij laat zien hoe zijn verklaring van belang is geweest tijdens de rechtszaak tegen de wrede machthebbers die samen werkten met Pol Pot. Hij wijst met zijn vinger op de pagina. Zijn handen zijn beschadigt. We realiseren ons dat deze gruwelijkheden plaats vonden toen ik achttien jaar oud was. Cees was toen vijftien zo kort is het nog maar. Onze emoties beklemmen onze keel, we kijken en horen we deze man aan. We vragen hoe het nu met hem gaat. Goed. Hij mist zijn vader en moeder. Hij heeft een vrouw en twee dochters. Hij glimlacht zacht naar ons. Ik bedank hem voor zijn woorden en schiet vol terwijl ik wegloop.
We zijn allemaal van slag. We lopen naar een andere overlevende, naar Chum Mey
Een vrouw drukt ons een boekje in onze handen in de hoop dat we het kopen wat we uiteraard ook doen. Cees en Esther gaan naast hem zitten voor een foto. De man is achtentachtig jaar en nog goed bij de pinken. Zoveel schade en toch overleefd.
Als laatste zien we een kleine man met wit haar en oordopjes in naar ons kijken. Bou Meng. Hij ziet er timide uit. Of denken we dat soms? Nee, het blijkt zo te zijn. Hij heeft een last vandaag om zijn verhaal te doen. Voor hem liggen tekeningen die het verhaal vertellen. Het zijn afschuwelijk platen. Het is moeilijk om naar kijken. De man pakt Esther haar hand als ze met Cees ook hier gaan zitten om het vast te leggen.
Het museum maakt een diepe indruk op ons. Dit kunnen wij nooit meer vergeten.
Ondertussen gaat buiten het verkeer gewoon door. We zijn timide als we in de auto stappen om verder te rijden naar de killing fields. We vragen of we eerst ergens kunnen stoppen.
John is een beetje stil. Als we zeggen dat we ergens willen stoppen om iets te drinken dan zegt hij dat ook hij een kind is van een vader die nooit meer teruggekomen is. Omdat hij nog een kleine jongen was mocht hij bij zijn moeder blijven. Het gezin werd uit elkaar gehaald. Zijn ouders waren boeren en toch werd zijn vader weggevoerd en is nooit meer terug gekeerd. De auto stopt en met zijn mededeling zitten we een paar minuten later achter een biertje tussen een grote groep toeristen. Lachend en etend, het leven gaat gewoon door. Met een raar gevoel bestellen we iets te eten. John eet met de chauffeur.
Als we later met hem naar de auto lopen blijkt dat de killing fields aan de overkant liggen. Terwijl we lopen zeg ik hem dat we geschrokken zijn van van wat hij ons in de auto vertelde. We lopen door de entree en zien meteen een metershoge glazen toren, een stupa. Binnen liggen allemaal schedels opgestapeld. Onze blik wordt ernaartoe getrokken maar We lopen er voorbij. Bij een boom staan we stil. Hij zegt dat hij niet vaak iets uit zijn privéleven verteld maar dat hij het zelf ook niet begrijpt waarom hij het met ons deelt. Hij verteld dat zijn ouders niet rijk waren of intelligent. Het waren simpele boeren. Gelukkig mocht hij bij zijn moeder blijven omdat hij nog een kleine jongen was. Zijn broer en zusje zag hij niet maar die keerden na de oorlog wel terug. John schiet vol en kan zijn tranen niet bedwingen. Hij excuseert zich meerdere malen. Wij moeten ook moeite doen om niet met hem mee te huilen. Sorry sorry, but I think of my father. He can be everywhere.
Hij herstelt en verteld over de boom. Vanaf dit punt kwam er een einde aan het leven van de gevangenen.
Dat er na veertig jaar nog steeds botten worden gevonden. 317 veldden hebben ze tot nu toe ontdekt. In de regentijd komt er veel boven. We zien in het zand verschoten stukken kleding liggen. Er zijn paden aangebracht waar we op lopen. We zijn stil. Onvoorstelbaar dat wij toen in vrede leefden terwijl hier een massaslachting plaats vond.
In een glazen kast liggen botten die pas nog gevonden zijn. Als iemand iets vindt dan leggen ze het hier neer. Tot op de dag van vandaag gebeurt dat.
Als we bij een vrolijk gekleurde boom aankomen zien we armbandjes in alle kleuren hangen. Aan elkaar, over elkaar. De eerste armbandjes zijn verschoten en vaal. Deze boom is niet wat wij zien. Tegen zijn harde bast en dikke stam is het meest gruwelijk gebeurt wat ons brein niet kan bevatten. Hier zijn kleine kindjes en babietjes doodgeslagen. Op de frogway.

Veel staat in het stuk hieronder.



Wij lopen door
waar jullie leven eindigde
De brandende zon brandt door de bescherming
die jullie zo nodig hadden
Woorden worden gesproken wat ons te wachten staat
zoals onbesproken jullie het al wisten
Vrijheid als verlossing na al die verschrikkelijke pijn
beklemmende druk in mijn hart klopt in vrijheid






Rode Khmer in Cambodja (1975-1978)
Een moordmachine aan de macht
DOOR: Lotte Kaatee - LAATSTE UPDATE: 19 OKTOBER 2019

Cambodja, 16 april 1975. Het is warm en droog. De koelere periode is voorbij en het is wachten op het regenseizoen. Ondanks de hitte hebben de Cambodjanen iets te vieren: het Cambodjaans nieuwjaar. Drie dagen lang feesten, omdat de oogst binnen is en er een nieuwe start kan worden gemaakt. Althans, dat zou je denken. April 1975 is echter het begin van een gitzwarte periode uit de Cambodjaanse geschiedenis waarin de Rode Khmer de scepter zwaait.



Wapen van Democratisch Kampuchea
In de dagen rondom het Cambodjaans nieuwjaar hebben strijders van de communistische beweging, de Rode Khmer, de hoofdstad Phnom-Penh aangevallen.

Op 16 april hebben ze de belangrijkste stad van Cambodja in handen en daarmee ook de macht in het land. Onder leiding van dictator Pol Pot zullen ze bijna vier jaar lang een schrikbewind uitvoeren en tussen 1,7 en 2 miljoen Cambodjanen de dood injagen.
Opkomst
De opkomst van de Rode Khmer is gekoppeld aan de ontwikkelingen in het buurland Vietnam. Als de Cambodjaanse generaal Lon Nol het staatshoofd prins Sihanouk in 1970 na een staatsgreep afzet, breekt er een burgeroorlog uit. Lon Nol zoekt en vindt steun bij de Verenigde Staten en kiest daarmee duidelijk voor de VS en het Zuid-Vietnamese leger. Zij strijden al jaren tegen het communistische Noord-Vietnam. Lon Nol richt zijn pijlen dan ook op een communistische guerrillabeweging in eigen land. Beter bekend als de Rode Khmer. Door wanbestuur van Lon Nol, bombardementen van de Amerikanen en schermutselingen tussen Cambodjanen en het Zuid-Vietnamese leger worden veel Cambodjanen in de handen van de Rode Khmer gedreven. Als de VS in 1975 Vietnam na een lange bloedige oorlog verlaat, trekt het ook zijn handen af van Cambodja. De machtsbasis van Lon Nol is daardoor sterk verzwakt en de Rode Khmer kan de macht grijpen. Het land wordt omgedoopt tot Democratisch Kampuchea.


Het kostuum dat mannen en vrouwen verplicht moesten dragen – Foto: CC/Toony
Het doel van Pol Pot en zijn handlangers is om Cambodja te veranderen in een boerenheilstaat. Het Khmervolk (de bewoners van Cambodja) moet een zelfvoorzienende agrarische volksgemeenschap worden en afstand doen van alles wat als ‘intellectueel’ of ‘stads’ kan worden beschouwd. Eén van de eerste besluiten die de zogenoemde “Angkar” (organisatie ofwel Rode Khmer) neemt, is dat de stadsbevolking naar het platteland moet worden gedeporteerd. Nog voordat het regenseizoen goed en wel is begonnen zijn steden als Phnom-Penh en Battambang veranderd in echte spooksteden.
Alle Cambodjanen worden gedwongen om te werken op collectieve boerderijen, twaalf uur per dag, zeven dagen in de week. Persoonlijke eigendommen worden afgenomen en men moet verplicht een simpel zwart tenue dragen. Ondertussen vinden er vele zuiveringen plaats. Ambtenaren, monniken, artsen, intellectuelen en etnische minderheden als Vietnamezen en Chinezen worden vaak zonder enige vorm van proces geëxecuteerd. Ook het dragen van een bril of een net pak wordt als intellectueel en anti-boers gezien en is dus reden voor executie.
Angstcultuur
In de vier jaar dat de Rode Khmer aan de macht is, verdwijnt het individu. Het verzamelen van voedsel voor jezelf en je gezin is egocentrisch en het schrijven in een dagboek wordt zwaar gestraft. Terugvallen op je familie kan niet meer. Gezinnen worden uit elkaar gehaald en de Angkar bepaalt wie zich mag voortplanten en wie niet. Men moet ook iedere dag collectief zijn eigen fouten opnoemen en andere ‘aangeven’. Hierdoor ontstaat er een grote angstcultuur op de collectieve boerderijen en niemand durft in opstand te komen.
De boerenheilstaat wordt bij lange na niet gehaald. Diverse malen breekt er een hongersnood uit. Oogsten vallen tegen vanwege het gebrek aan machines en gebrek aan kennis. Agrarische deskundigen en ingenieurs zijn namelijk in de meeste gevallen om het leven gebracht.

Slachtoffers van de Rode Khmer

Ondervoeding
Ook is er geen goede coördinatie tussen de verschillende boerderijen en wordt handel ontmoedigd. Bovendien zijn commandanten onderling ook in een concurrentiestrijd verwikkeld, waardoor samenwerking uitblijft en het geweld toeneemt. Velen zullen overlijden door ondervoeding en ziekte.
Er komt een einde aan dit regiem als het Vietnamese leger Democratisch Kampuchea binnenvalt. Tussen Vietnam en Cambodja bestaat er al een eeuwenoude vete en als sommige legereenheden van de Rode Khmer dorpen in Vietnam aanvallen en plunderen, komt het Vietnamese leger in actie. In december 1978 dendert het Vietnamese leger Cambodja binnen en loopt het te zwakke leger van de Rode Khmer binnen twee weken onder de voet. Pol Pot wordt ten val gebracht en een Vietnameesgezinde regering wordt geïnstalleerd.


Tuol Sleng Museum
Pol Pot en zijn handlangers hervatten de guerrilla in de Cambodjaanse jungle bij de grens met Thailand. In de jaren negentig begint de organisatie uit elkaar te vallen en als Pol Pot in 1998 op onopgehelderde wijze komt te overlijden, leggen de strijders van de Rode Khmer de wapens neer.

De Rode Khmer heeft een spoor van vernieling en verdriet achtergelaten. De oude gevangenis Tuol Sleng (inmiddels een museum) en vele zogenoemde ‘killing fields’ zijn vandaag de dag het tastbare bewijs van de gruwelijkheden die tussen april 1975 en december 1978 hebben plaatsgevonden.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Vietnam, Hội An Thượng

What a beautiful noise

14 en 15 januari 2020 eerste dag(en)

In het hoekje tegen bij het raam zit ik het fijnst. Esther en Bas zitten aan het gangpad. Zij worden constant aangetikt als er mensen naar het toilet gaan. Esther duwt soms terug. Irritant dat we zo dicht bij de toiletten zitten, hoor ik haar zeggen. Het is een groot vliegtuig, drie personen op een rij aan weerszijde onderbroken door een gangpad. De stewardessen zien er prachtig uit in lange tunieken en verschillende kleuren die aangeven business of economy. De vlucht naar Parijs in een kleiner toestel ging heel snel. Mijn plan om op mijn gemak op Schiphol aan mijn blog te werken is niet eens gelukt. Tijdschriftenkopen, koffietje, smoothie en opeens boarden. Esther wil graag op tijd naar de gate, niks rustig aan. Er staat een lange rij te wachten voor de vlucht naar Parijs. Maar op het vliegveld daar, staat het slecht aangegeven hoe we de aansluiting naar Hanoi kunnen vinden. Als we bij de gate aankomen staat er een rij van zeker twintig meter. Omdat we nog gebruik kunnen maken van het 4G netwerk kan ik nog net even wat mailtjes en wat mailtjes en whatapjes beantwoorden. De modus van nog even snel dit en nog even snel dat heeft mijn lijf nog niet verlaten.
.
Cees beweegt naast me, zijn hoofd zakt een beetje tegen mijn schouder. Bas ligt onder zijn deken als in een tippie tentje. Ik Dommel ook een beetje maar als ik even later opzij kijk zie ik dat Esther en Tim een beker noedels eten, eerlijk gezegd ruik ik het. Het is donker, veel mensen liggen te dommelen of kijken een film. De toilet wordt druk bezocht. Ik kan niet meer slapen na die paar uurtjes en kijk een nieuwe serie( the restaurant) op Netflix die ik thuis heb gedownload. Goeie tip van mijn moeder.
Tim vraagt of we weten waar Ester is. Ze is weg. Niet in het toilet die moeilijk open gaat en ook niet in de gangen. Blijkt ze achterin te kletsen met een Vietnamese vrouw die met haar kleine dochtertje reist. Op weg naar haar familie in Hanoi. Ze woont in Parijs. Esther vraagt of ze haar telefoon nummer mag voor eventuele tips. We leren dat hallo sjie ciao betekent.
Het licht gaat langzaam weer aan. We krijgen voor de tweede keer een warm doekje dat naar jasmijn ruikt. Mijn huid voelt gortdroog. Gelukkig heb ik allerlei smeerseltjes bij me. Zelfs twee oogmaskertjes. Als Esther ziet dat ik ze op heb wil ze ze ook graag. Leuk, een meisje tussen mijn mannen.
HydroPeptide in de lucht. Heerlijk!
Het ontbijt wordt geserveerd. Hanoi komt steeds dichterbij.
De taxi maneuvreert behendig door het drukke verkeer. De rochelende chauffeur stopt op de vluchtstrook om even iets af te geven en rent van zijn auto weg richting een officieel uitziend gebouwtje. Hij rent in een grappige dribbel weer terug naar de auto waar wij verbaasd zitten te wachten. Dit is nou echt Azië schiet het door mijn hoofd. Ik zie al dat ik stop op een vluchtstrook bij ons. Onvoorstelbaar! Onze hostel ligt in het oude gedeelte van Hanoi. De stad moet nog ontwaken. Het is nog wat schemerig. We zien de winkeltjes opengaan. Mensen gehurkt op straat hun ontbijt naar binnen slurpen. We zien vrouwen ook gehurkt in hete olie iets frituren. Ook al is het vroeg er is al veel bedrijvigheid. De jongen achter de receptie heet ons in perfect Engels welkom. Leuke gast. Hij verteld dat de alle kamers nog niet klaar zijn. Maar we kunnen tegen betaling wel vast van een kamer gebruik maken. Het kost ons een paar duizend Vietnamese dong. We twijfelen maar dan Blijkt dat het om een paar euro gaat. Daar moeten we nog even aan wennen. Onze tassen zetten we op de kamer neer en we gaan de straat op, zoeken naar een koffietentje. De koffie is ook even wennen, klein sterk en niet echt lekker. Het is ongelofelijk druk op straat met scooters en auto’s. Vrouwen met een juk op één schouder. Zoals bij ons twee emmertjes water halen lopen ze hier met een soort lage manden gevuld met allerlei spullen maar voornamelijk fruit. Kleine felgroene limoentjes of grote oranje mandarijnen. Ook de uglie’s zien we voorbijkomen. Een soort uit de kluiten gewassen grapefruit. Het lijkt wel of de kleuren van het fruit er hier feller uitzien. Het zijn vooral de vrouwen die we met eten bezig zien. De mannen eten het op, haha.
Op de fiets en de scooters wordt echt van alles vervoerd. Een man met een hoge stapel dozen achterop gebonden. Ze komen hoog boven zijn hoofd uit, waar deze dient als steun om de stapel niet om te laten vallen. Zijn hoofd iets voorover gebogen stuurt hij zijn handel door het drukke verkeer. Een vrouw heeft een enorme bos( anderhalve meter doorsnee!) gele chrysanten waar de bloemen ingepakt in wit plastic dicht tegen elkaar aan gedrukt staan, ook takken met kleine roze bloemetjes heeft ze erbij staan. Het lijkt wel een boom en dat allemaal achterop haar gammele fiets. Ze loopt ernaast en moet moeite doen om haar fiets te duwen. Het is een frêle vrouwtje. Ik bedenkt dat ze thuis kindjes heeft en een man en misschien wel ouders waar ze voor zorgt. Zo zwaar als het plaatje eruitziet zo is waarschijnlijk haar leven ook. We proberen een pinautomaat te vinden wat niet lukt. Gelukkig hebben we contant bij ons wat we wel kunnen wisselen. De tegenstelling met het kleine vrouwtje en onze irritatie niet te kunnen pinnen is groot. Hoezo verschil? Een miljoen dong is veertig euro. Wij zijn voorlopig miljonairs.
Het geluid van het verkeer is niet te beschrijven. Een kakofonie van toeters en schelle claxons, alles rijdt door elkaar. De ene scooter zet zich voor de ander, een auto duwt een andere voorbij, fietsers rijden tussen alles door. We hebben nog nooit zo’n drukke stad gezien. New York is er Klein bij en Bangkok een dorp. En dat enorme lawaai. We moeten erom lachen. Thuis krijg je een boete van ... euro. Hanoi zou er gigarijk van kunnen worden als ze die regel instellen. We besluiten om een massage te nemen en de reisstress van ons af te laten glijden. Van deze Spa kan ik nog wat leren en Rituals ook. Vriendelijke ontvangst en of we maar aan willen kruisen waar we aandacht voor willen. Ik kruis van de acht er zes aan maar dat is niet de bedoeling mem! Only two! Haha! De massage begint ook hier met een voetenbadje. De handen van de masseuse is niet aandachtig maar tė pittig hard. Ik twijfel of ik er iets van zal zeggen maar ik val er uiteindelijk toch bij in slaap. Esther die naast me ligt hoor ik nog net zeggen dat het please iets softer mag.
Twaalf euro en vijfenzeventig minuten later staan we alle vijf weer buiten. Echt!
Het geeft ons een goed gevoel, we kunnen er weer tegenaan. Ik kijk naar de vrouw die mij voorbij loopt met twee schalen fruit en bedenk me hoe hoe vaak zij zo gemasseerd wordt. We zien een leuk tentje en besluiten daar te gaan zitten om iets te eten. Het is inmiddels lunchtijd maar voor ons gevoel al einde middag. We hebben om half twee afgesproken om een fietstocht te gaan maken. Een gezellige Nederlander heet ons welkom in zijn airco gekoelde kantoor. Hij wordt ook wel Ko genoemd naar de fietstocht van Ko van Kessel. Nou als dat zo is dan hebben we een leuke fietstocht voor de boeg. Een vriendelijke Vietnamees heet ons vriendelijk welkom en verteld ons in moeilijke te verstaan Engels dat we gaan fietsen in dit gekkenverkeer en ja hoor dat is plosibbel. No ploblem. Buiten staan oranje fietsen die het goed doen. En we rijden achter onze gids aan die zich meteen in het verkeer stort. Hij vertelt ons dat we vooral mee moeten gaan met de blow en vooral niet afleed moeten zijn in the tlaffic. Stleed awee. Dus gaan we met negen mensen stleed achter hem aan. Het is net alsof we in de achtbaan op de Efteling zitten waarbij je je ogen dicht houdt als het spannend wordt. Zo ook de manier om de beste man te volgen. Er zit een bijna onhoorbare bel op mijn stuur die totaal niet mee kan doen in de scherpe hektiek waar ik me in bevind. Maar eerlijk is eerlijk, ik geniet ervan. Wat een gave manier om je in het verkeer te begeven. Ik word net zo brutaal als de Hanoiaan. Heerlijk. Gewoon meebewegen en af en toe gooi ik mijn oranje monster voor die van een ander. Ik ga ook gewoon naar rechts als dat moet en links voorsorteren is hier absoluut niet nodig. Je rijdt langzaam van rechts naar het midden van de weg, gaat ook alsof je nooit anders doet gewoon voor een auto rijden. Deze moet zich wel aanpassen volgens de regels van deze stad en daarna zit je voor je het weet aan de linkerkant van de weg om af te slaan. Je slaat niet af aan de kant van de stoep maar beweeg jezelf voor in de flow waarvan je vindt dat jij je het lekkerste voelt. Het is raar maar waar, jij beweegt en het verkeer om je heen beweegt mee. Net als jij dat doet zoals alle anderen om je heen. De weg slingert pittig omhoog, mijn knieën doen hun best om te volgen en opeens bevindt je je op een roestige brug, waarvan later blijkt dat de man die de IJffeltoren heeft ontworpen ook hier zijn sporen heeft achter gelaten. De spoorlijn wordt nog steeds gebruikt en ook al is er in de verte een trein te zien mogen we er een stukje op lopen voor wie dat durft. En omdat we inmiddels echte waaghalzen zijn geworden wagen we ook hier een stap op te doen. Vooral niet in de diepte kijken, ik grijp de hand die mij wordt toegestoken en ik sta opeens tussen mijn jongens met een big smile voor de camera. Esther bevindt zich niet op het spoor zij maakt prachtige foto’s van de omgeving blijkt later.
We slingeren verder over de brug waar we voorbij gereden worden door alweer toeterende gammele oude brommers die van alles vervoeren. We zien regelmatig drie tot vier mensen achter elkaar op de buddy zitten en zelfs ladders, glazen ramen, bomen en een flatscreen voorbij komen. Een man met een stuk gevelbeplating houdt deze vast terwijl de bestuurder zijn weg volgt. Je verveelt je absoluut niet. Ik kan het niet laten om toch foto’s en filmpjes te maken. Gelukkig maar want later blijkt dat de pro van Tim alleen maar voeten en de weg heeft gefilmd. Dat is dus niks geworden Tess..
Gelukkig heeft mijn camera een opnamefunctie ik slingerend op de fiets heb gebruikt en Esther houdt haar vingers op welke knop dan ook. Wat een ongelofelijke mazzel dat die meid een goeie relatie met haar iPhone heeft. En wat een prachtige foto’s en filmpjes maakt ze daarmee.
Onze gids is niet verstaan hij lispeld op een zeer speciale wijze die onze oren doet spitzen maar waar we geen ruk van begrijpen. Jammer want er is veel te vertellen maar ook te vragen maar dat laatste geven we snel op want hij wil zo graag vertellen dat we allemaal knikken waardoor hij zich vastbijt in zijn verhaal. Eigenlijk moeten we zeggen dat we hem niet begrijpen maar zijn vriendelijkheid houdt dat tegen. We maken een stop bij een soort vijver waar een groep Vietnamezen karaoke doen. Veel lawaai, zijn ze doof? Het lijkt als eerste blik heel leuk maar als we zitten voor een onduidelijke snack, die we bijna allemaal niet nemen, dat het een beetje tegenvalt. De vijver wordt gebruikt om in de vissen. De vangst wordt mee naar huis benoemen maar de vijver ziet er niet echt heel fris uit.
We snappen wel dat onze volgende stop een bijzondere is. We gaan het nog even opzoeken maar het schijnt dat we naar een maffiaeiland gaan. Er blijkt een enorme corruptie die hij positive corruption noemt. Op mijn vraag wat negative corruption is krijgen we een te lang antwoord. Het komt erop neer dat ze alles liever cash betalen anders moeten ze belasting betalen en zo ontduiken ze deze. Een en al zwart geld hier. Vandaar dat het zo belabberd geregeld is met alles wat met openbare voorzieningen te maken heeft. Het eiland is een van de leukste ervaringen gedurende de trip. Ko van Kessel is duidelijk niet te evenaren. Deze tocht is vooral fietsen in de gekte. We zien mensen wonen op drijvende vaten, tussen platen en in huisjes waar niet eens een bed in past zo klein.
Het kantoor is aircokoel, de eigenaar vraagt of we het leuk hadden en ja dat was zo maar hij vraagt niet verder, zal ik vertellen over onze onverstaanbare gids? Er wordt wel gevraagd of we nog een andere tour willen boeken maar nee.
Hanoi garden ziet er goed uit. In een tuin wordt aan spierwit gedekte tafels gegeten. Helaas geen plaatse meer voor ons. We kunnen binnen eten en twijfelen maar zoals het er buiten uitziet kunnen we waarschijnlijk alleen op de stoep eten. We raken niet uitgepraat over onze dag in Hanoi en zijn blij dat we morgen deze stad kunnen verlaten. Op naar Cat Ba.

Recente Reisverslagen:

05 Februari 2020

22- Terug..

05 Februari 2020

21- Voor de laatste keer: xin chao en cam on

05 Februari 2020

20- Kont omhoog

05 Februari 2020

19- Meelifter

05 Februari 2020

18- Excellent!

Actief sinds 14 Jan. 2020
Verslag gelezen: 58
Totaal aantal bezoekers 1287

Voorgaande reizen:

14 Januari 2020 - 31 December 2020

Mijn eerste reis

14 Januari 2020 - 31 December 2020

Mijn eerste reis

18 Januari 2020 - 18 Januari 2020

What a beautiful noise

Landen bezocht: