15- Onbeschrijfelijke ervaringen.
31 Januari 2020 | Vietnam, Hội An Thượng
Het is weer even wennen al is het alleen al omdat ik alleen met Cees op een kamer lig. In een vijfpersoonsbed.
Heerlijk geslapen. Zonder gesnurk en nachtelijk bezoek van de portier. Dat was in la Riviera toen we de nachtlampjes niet uitkregen. Als het donker is geeft het kleinste lichtje storing zodat je absoluut niet in slaap kunt komen. Bas lag in een eenpersoons bed waar het kleine lichtje precies op zijn gezicht scheen. De portier, die ik om middernacht om hulp vroeg, ging heel nerveus met het lampje van zijn telefoon op zoek ging naar de knopjes. Steeds naar Cees kijkend die achter het witte voile gordijn lag te knorren. Dat was vast de reden dat hij de lichtknopjes niet kon vinden. Bas heeft het toen opgelost door de lampjes los te draaien na vier elektrische schokken! Hij heeft er niets aan overgehouden. Althans...
Het ontbijt is iets anders dan gisteren. Wat was dat lekker. De lekkerste pannenkoekjes in Cambodja. Vandaag fruit, ook lekker.
Het Koninklijk paleis is een en al pracht en praal. De vrijgezelle koning (68) is vandaag thuis maar kan ons niet persoonlijk ontvangen. Flauw grapje van onze gids, John. Bij binnenkomst zijn onze knieën niet goed genoeg bedekt. De mannen hebben een langer sportbroekje aangetrokken maar Esther en ik moeten een doek om die we nog snel bij ons hebben gestoken. Als we buiten het gezichtsveld van de controle zijn mag het weer af. Wat een bizarre komedie. We hebben allemaal moeite met de grote tegenstelling van deze luxe, en het gebrek eraan buiten de poorten. Het is er heel druk. Veel Chinezen lopen in de rondte. Met het lawaai wat erbij hoort. Slurpen, boeren en scheten latend. Het coronavirus in ons achterhoofd lopen we alles snel voorbij. Tot we in de ruimte komen waar de draagstoelen van de koning staan. Echt goud is wat er blinkt. Als je zou zeggen dat het koper is geloof ik het ook. Mijn oog valt op een wit bolletje tussen beelden gedrukt. Opeens zie ik dat het een bol gepelde knoflook is. Volgens John is het een religieus gebruik dat helpt tegen virussen..
In de auto waar de airco hoog staat horen we van John, dat we op wegzijn naar S21. Op internet heb ik een stuk gevonden en gekopieerd wat wij vandaag gezien hebben. Daarin wordt precies verteld wat John ons verteld.
Het is niet onder woorden te brengen in deze blog.
Het bezoek aan de voormalige school die gebruikt is als gevangenis waar de gruwelijkste martelmethoden werden toegepast staat midden tussen de huizen van Phnompemn. Het kwam behoorlijk onverwacht na het lichte Koninklijk paleis toen uit de auto stapten en het schoolcomplex binnenliepen. Ondanks de korte vertelling van John kwam het toch plotseling toen we werden geconfronteerd met het wrede regiem van PolPot.
Wij krijgen alles te horen van John toch wil Esther graag gebruik maken van de audio (Nederlands) omdat ze last heeft van het gesproken Engels met een Cambodjaanse tongval.
Slechts zeven gevangenen hebben de gruwelijkheden overleefd, door hun professie zoals schilder, fotograaf
Een aantal zijn hier aanwezig. Je kunt vragen stellen. Nooit gedacht dat we oog in oog zouden kunnen staan met een overlevende.
Norng Chan Pal staat onder een boom achter een stapel boekjes. Hij laat zien hoe zijn verklaring van belang is geweest tijdens de rechtszaak tegen de wrede machthebbers die samen werkten met Pol Pot. Hij wijst met zijn vinger op de pagina. Zijn handen zijn beschadigt. We realiseren ons dat deze gruwelijkheden plaats vonden toen ik achttien jaar oud was. Cees was toen vijftien zo kort is het nog maar. Onze emoties beklemmen onze keel, we kijken en horen we deze man aan. We vragen hoe het nu met hem gaat. Goed. Hij mist zijn vader en moeder. Hij heeft een vrouw en twee dochters. Hij glimlacht zacht naar ons. Ik bedank hem voor zijn woorden en schiet vol terwijl ik wegloop.
We zijn allemaal van slag. We lopen naar een andere overlevende, naar Chum Mey
Een vrouw drukt ons een boekje in onze handen in de hoop dat we het kopen wat we uiteraard ook doen. Cees en Esther gaan naast hem zitten voor een foto. De man is achtentachtig jaar en nog goed bij de pinken. Zoveel schade en toch overleefd.
Als laatste zien we een kleine man met wit haar en oordopjes in naar ons kijken. Bou Meng. Hij ziet er timide uit. Of denken we dat soms? Nee, het blijkt zo te zijn. Hij heeft een last vandaag om zijn verhaal te doen. Voor hem liggen tekeningen die het verhaal vertellen. Het zijn afschuwelijk platen. Het is moeilijk om naar kijken. De man pakt Esther haar hand als ze met Cees ook hier gaan zitten om het vast te leggen.
Het museum maakt een diepe indruk op ons. Dit kunnen wij nooit meer vergeten.
Ondertussen gaat buiten het verkeer gewoon door. We zijn timide als we in de auto stappen om verder te rijden naar de killing fields. We vragen of we eerst ergens kunnen stoppen.
John is een beetje stil. Als we zeggen dat we ergens willen stoppen om iets te drinken dan zegt hij dat ook hij een kind is van een vader die nooit meer teruggekomen is. Omdat hij nog een kleine jongen was mocht hij bij zijn moeder blijven. Het gezin werd uit elkaar gehaald. Zijn ouders waren boeren en toch werd zijn vader weggevoerd en is nooit meer terug gekeerd. De auto stopt en met zijn mededeling zitten we een paar minuten later achter een biertje tussen een grote groep toeristen. Lachend en etend, het leven gaat gewoon door. Met een raar gevoel bestellen we iets te eten. John eet met de chauffeur.
Als we later met hem naar de auto lopen blijkt dat de killing fields aan de overkant liggen. Terwijl we lopen zeg ik hem dat we geschrokken zijn van van wat hij ons in de auto vertelde. We lopen door de entree en zien meteen een metershoge glazen toren, een stupa. Binnen liggen allemaal schedels opgestapeld. Onze blik wordt ernaartoe getrokken maar We lopen er voorbij. Bij een boom staan we stil. Hij zegt dat hij niet vaak iets uit zijn privéleven verteld maar dat hij het zelf ook niet begrijpt waarom hij het met ons deelt. Hij verteld dat zijn ouders niet rijk waren of intelligent. Het waren simpele boeren. Gelukkig mocht hij bij zijn moeder blijven omdat hij nog een kleine jongen was. Zijn broer en zusje zag hij niet maar die keerden na de oorlog wel terug. John schiet vol en kan zijn tranen niet bedwingen. Hij excuseert zich meerdere malen. Wij moeten ook moeite doen om niet met hem mee te huilen. Sorry sorry, but I think of my father. He can be everywhere.
Hij herstelt en verteld over de boom. Vanaf dit punt kwam er een einde aan het leven van de gevangenen.
Dat er na veertig jaar nog steeds botten worden gevonden. 317 veldden hebben ze tot nu toe ontdekt. In de regentijd komt er veel boven. We zien in het zand verschoten stukken kleding liggen. Er zijn paden aangebracht waar we op lopen. We zijn stil. Onvoorstelbaar dat wij toen in vrede leefden terwijl hier een massaslachting plaats vond.
In een glazen kast liggen botten die pas nog gevonden zijn. Als iemand iets vindt dan leggen ze het hier neer. Tot op de dag van vandaag gebeurt dat.
Als we bij een vrolijk gekleurde boom aankomen zien we armbandjes in alle kleuren hangen. Aan elkaar, over elkaar. De eerste armbandjes zijn verschoten en vaal. Deze boom is niet wat wij zien. Tegen zijn harde bast en dikke stam is het meest gruwelijk gebeurt wat ons brein niet kan bevatten. Hier zijn kleine kindjes en babietjes doodgeslagen. Op de frogway.
Veel staat in het stuk hieronder.
Wij lopen door
waar jullie leven eindigde
De brandende zon brandt door de bescherming
die jullie zo nodig hadden
Woorden worden gesproken wat ons te wachten staat
zoals onbesproken jullie het al wisten
Vrijheid als verlossing na al die verschrikkelijke pijn
beklemmende druk in mijn hart klopt in vrijheid
Rode Khmer in Cambodja (1975-1978)
Een moordmachine aan de macht
DOOR: Lotte Kaatee - LAATSTE UPDATE: 19 OKTOBER 2019
Cambodja, 16 april 1975. Het is warm en droog. De koelere periode is voorbij en het is wachten op het regenseizoen. Ondanks de hitte hebben de Cambodjanen iets te vieren: het Cambodjaans nieuwjaar. Drie dagen lang feesten, omdat de oogst binnen is en er een nieuwe start kan worden gemaakt. Althans, dat zou je denken. April 1975 is echter het begin van een gitzwarte periode uit de Cambodjaanse geschiedenis waarin de Rode Khmer de scepter zwaait.
Wapen van Democratisch Kampuchea
In de dagen rondom het Cambodjaans nieuwjaar hebben strijders van de communistische beweging, de Rode Khmer, de hoofdstad Phnom-Penh aangevallen.
Op 16 april hebben ze de belangrijkste stad van Cambodja in handen en daarmee ook de macht in het land. Onder leiding van dictator Pol Pot zullen ze bijna vier jaar lang een schrikbewind uitvoeren en tussen 1,7 en 2 miljoen Cambodjanen de dood injagen.
Opkomst
De opkomst van de Rode Khmer is gekoppeld aan de ontwikkelingen in het buurland Vietnam. Als de Cambodjaanse generaal Lon Nol het staatshoofd prins Sihanouk in 1970 na een staatsgreep afzet, breekt er een burgeroorlog uit. Lon Nol zoekt en vindt steun bij de Verenigde Staten en kiest daarmee duidelijk voor de VS en het Zuid-Vietnamese leger. Zij strijden al jaren tegen het communistische Noord-Vietnam. Lon Nol richt zijn pijlen dan ook op een communistische guerrillabeweging in eigen land. Beter bekend als de Rode Khmer. Door wanbestuur van Lon Nol, bombardementen van de Amerikanen en schermutselingen tussen Cambodjanen en het Zuid-Vietnamese leger worden veel Cambodjanen in de handen van de Rode Khmer gedreven. Als de VS in 1975 Vietnam na een lange bloedige oorlog verlaat, trekt het ook zijn handen af van Cambodja. De machtsbasis van Lon Nol is daardoor sterk verzwakt en de Rode Khmer kan de macht grijpen. Het land wordt omgedoopt tot Democratisch Kampuchea.
Het kostuum dat mannen en vrouwen verplicht moesten dragen – Foto: CC/Toony
Het doel van Pol Pot en zijn handlangers is om Cambodja te veranderen in een boerenheilstaat. Het Khmervolk (de bewoners van Cambodja) moet een zelfvoorzienende agrarische volksgemeenschap worden en afstand doen van alles wat als ‘intellectueel’ of ‘stads’ kan worden beschouwd. Eén van de eerste besluiten die de zogenoemde “Angkar” (organisatie ofwel Rode Khmer) neemt, is dat de stadsbevolking naar het platteland moet worden gedeporteerd. Nog voordat het regenseizoen goed en wel is begonnen zijn steden als Phnom-Penh en Battambang veranderd in echte spooksteden.
Alle Cambodjanen worden gedwongen om te werken op collectieve boerderijen, twaalf uur per dag, zeven dagen in de week. Persoonlijke eigendommen worden afgenomen en men moet verplicht een simpel zwart tenue dragen. Ondertussen vinden er vele zuiveringen plaats. Ambtenaren, monniken, artsen, intellectuelen en etnische minderheden als Vietnamezen en Chinezen worden vaak zonder enige vorm van proces geëxecuteerd. Ook het dragen van een bril of een net pak wordt als intellectueel en anti-boers gezien en is dus reden voor executie.
Angstcultuur
In de vier jaar dat de Rode Khmer aan de macht is, verdwijnt het individu. Het verzamelen van voedsel voor jezelf en je gezin is egocentrisch en het schrijven in een dagboek wordt zwaar gestraft. Terugvallen op je familie kan niet meer. Gezinnen worden uit elkaar gehaald en de Angkar bepaalt wie zich mag voortplanten en wie niet. Men moet ook iedere dag collectief zijn eigen fouten opnoemen en andere ‘aangeven’. Hierdoor ontstaat er een grote angstcultuur op de collectieve boerderijen en niemand durft in opstand te komen.
De boerenheilstaat wordt bij lange na niet gehaald. Diverse malen breekt er een hongersnood uit. Oogsten vallen tegen vanwege het gebrek aan machines en gebrek aan kennis. Agrarische deskundigen en ingenieurs zijn namelijk in de meeste gevallen om het leven gebracht.
Slachtoffers van de Rode Khmer
Ondervoeding
Ook is er geen goede coördinatie tussen de verschillende boerderijen en wordt handel ontmoedigd. Bovendien zijn commandanten onderling ook in een concurrentiestrijd verwikkeld, waardoor samenwerking uitblijft en het geweld toeneemt. Velen zullen overlijden door ondervoeding en ziekte.
Er komt een einde aan dit regiem als het Vietnamese leger Democratisch Kampuchea binnenvalt. Tussen Vietnam en Cambodja bestaat er al een eeuwenoude vete en als sommige legereenheden van de Rode Khmer dorpen in Vietnam aanvallen en plunderen, komt het Vietnamese leger in actie. In december 1978 dendert het Vietnamese leger Cambodja binnen en loopt het te zwakke leger van de Rode Khmer binnen twee weken onder de voet. Pol Pot wordt ten val gebracht en een Vietnameesgezinde regering wordt geïnstalleerd.
Tuol Sleng Museum
Pol Pot en zijn handlangers hervatten de guerrilla in de Cambodjaanse jungle bij de grens met Thailand. In de jaren negentig begint de organisatie uit elkaar te vallen en als Pol Pot in 1998 op onopgehelderde wijze komt te overlijden, leggen de strijders van de Rode Khmer de wapens neer.
De Rode Khmer heeft een spoor van vernieling en verdriet achtergelaten. De oude gevangenis Tuol Sleng (inmiddels een museum) en vele zogenoemde ‘killing fields’ zijn vandaag de dag het tastbare bewijs van de gruwelijkheden die tussen april 1975 en december 1978 hebben plaatsgevonden.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley